“Wel vet dat ik dit allemaal in mij heb, maar het is wel apart om dit zo te lezen, “ zei Niels, 19 jaar, tijdens ons 3e en tevens laatste gesprek. Hij zei ook dat hij het eigenlijk ook wel wist, maar was het een beetje vergeten wie hij écht was en wat hij goed kon. Fascinerend, je bent 19 jaar en je weet al niet meer zo goed waar je goed in bent en wat jou drijft.

Hoe het komt dat wij onszelf uit het oog verliezen
Als kind heb je een onbevangen houding die nog niet is beïnvloed door culturele en sociale normen en waarden. Als kind kun je nog heel goed contact leggen met je oorspronkelijkheid (drijfveren, talenten, verlangens, dromen). En dan ga je je ontwikkelen: in het gezin, de basisschool en daarna de middelbare school.

Een belangrijke invloed op de ontwikkeling van het kind zijn de verwachtingen van anderen. Of het nu openlijk is of niet, we worden onophoudelijk beïnvloed door de verwachtingen van onze ouders, omgeving en cultuur. Je leert iemand te worden die “past” in de samenleving waarin je bent geboren. Je gaat heel geleidelijk een beeld van jezelf vormen op grond van wat anderen mensen zeggen wat je bent. Dit proces voltrekt zich tussen de leeftijd van 0 tot 18 jaar. En dat is waar we onze oorspronkelijkheid uit het oog gaan verliezen.
(Bron: Annet Brinkhuis, De Eekhoorn die in de boom klimt) 

Hoe je oorspronkelijkheid als kompas kan dienen
Niels had wel iets met de debatten die gevoerd werden in de politiek en was daarom Politicologie gaan studeren. Al snel kwam hij erachter dat hij niet heel blij werd van die studie. En hij stopte. Hij kon naar zijn omgeving niet goed uitleggen wat hij dan niet leuk vond. Behalve dan dat hij veel moest lezen, wat hij saai vond.

Na een speciale interviewtechniek tijdens ons 1e gesprek onthulde Niels aan zichzelf zijn drijfveren en kwaliteiten. En het mooie is dat wanneer je je drijfveren en kwaliteiten op een lijstje schrijft en de studie-inhoud ernaast legt, je zo kan aanvinken wat er wel en niet in de studie voor jou zit. (Dit kun je ook met banen doen, overigens). Het wordt heel snel duidelijk waarom iets niet bij je past.
Niels en ik hebben dat samen gedaan en er bleken heel weinig drijfveren en kwaliteiten aangeraakt te worden in die studie. Hij had steeds gedacht dat het aan hem lag dat het niet gelukt was, dat hij niet paste en werd daar onzeker van. Nu hij inzag dat het dus niet aan hem lag, maar aan de studie die niet bij hem paste, was hij ook opgelucht.

Nu gaat Niels een studie doen waar hij wel blij van zal worden. In ieder geval wordt het een studie waarin hij zijn ondernemende kwaliteiten kwijt kan, hij zo veel mogelijk vrijheid en avontuur kan beleven en hij zijn creatieve denkvermogen kan gebruiken.